“Als kinderen en kleinkinderen kunnen we ons vinden in zijn wens om zijn leven te beëindigen, al hopen we dat hij daar nog mee wacht. Mijn broer en ik komen regelmatig bij onze vader, we bellen hem dagelijks en ook met zijn kleinkinderen heeft hij geregeld contact. Mijn vader redt zich goed in huis. Hij kan de krant nog deels lezen met een loep en een daglichtlamp. Televisiekijken lukt alleen nog op zijn computer, de ondertiteling kan hij niet meer lezen. Mijn vader is intelligent, heeft een scherpe geest en een droog gevoel voor humor. Hij kleedt zich keurig en gaat op tijd naar de kapper of de tandarts. Ook heeft hij altijd veel gesport en doet nu eens per week mee aan bewegen voor ouderen in het buurtcentrum. Hij vindt het geen probleem om alleen te zijn. Hij is een opgeruimd man, letterlijk en figuurlijk.
Al jaren is mijn vader lid van de NVVE. Hij heeft een euthanasieverklaring, een behandelverbod en een niet-reanimeren penning. De wensen voor zijn uitvaart liggen klaar, de adressenlijst werken we eens per jaar bij en die wordt steeds kleiner. Bij elk bezoek aan de huisarts of specialist vertelt mijn vader dat hij zijn leven voltooid vindt. Hij doet aan ‘dossiervorming’ maar volgens de huisarts is hij nog te goed voor euthanasie. Mijn vader is bang voor verval, ziekte of dementie of dat hij gedwongen uit zijn huis wordt geplaatst. Hij gaat alleen naar buiten om een brief te posten of een boodschapje te doen. Zijn rijbewijs heeft hij een aantal jaren geleden vrijwillig ingeleverd. Hij krijgt huishoudelijke hulp en via een cateringbedrijf regel ik gezonde magnetronmaaltijden. Eens per week luncht mijn broer bij hem en neemt dan boodschappen mee. Ik doe dat in het weekend enik bel hem elke dag, net als mijn broer. Soms zijn die telefoongesprekken kort, soms duren ze een half uur, afhankelijk van het nieuws en zijn bui.
Eén keer heeft mijn vader een poging gedaan om zijn leven te beëindigen, op een manier die is beschreven in het boek Uitweg van Boudewijn Chabot. Het is mislukt doordat hij iets niet goed had gelezen. Hij werd met een psychiatrische diagnose opgenomen in een verpleeghuis en kon daarna weer naar huis. Het was heel triest. Ik heb een week bij hem gelogeerd en voor hem gezorgd. In die dagen hebben we veel gepraat. Hij heeft nu gezegd dat hij na de komende verjaardagen van kinderen en kleinkinderen wil overlijden. Hij wil niet nog een winter meemaken en blijft dat aangeven bij zijn huisarts. Onlangs ging hij zijn paspoort verlengen ‘voor het geval de Zwitserland-route nodig is’.
Als familie willen we graag een veilig laatstewilmiddel. We hebben al overlegd over het bewaren daarvan. Mijn vader wil dat het bij een van ons ligt omdat hij soms een slechte dag heeft. Op zijn verzoek zijn mijn broer en ik bij zijn huisarts geweest om te praten over voltooid leven. Ik heb heel veel gebeld, gespeurd op internet, gepraat met mensen in de hoop concrete informatie te krijgen zodat mijn vader ooit op een humane manier kan sterven. Ik ben tegen zoveel muren aangelopen: huisarts, NVVE, de Einder, het Expertisecentrum Euthanasie. Stoppen met eten en drinken is onmenselijk, jezelf verdrinken is tegennatuurlijk en de helium-methode werkt niet omdat mijn vader met zijn ogen nooit het kraantje goed kan bedienen. Pillen verzamelen is bijna niet te doen. Op internet is veel te koop en ik weet wat ik nodig heb, maar de hamvraag is: werkt het of word je opgelicht? Het mag niet nog een keer misgaan, dat zou te verschrikkelijk zijn voor hem.
Het zijn moeilijke gesprekken met mijn vader omdat ik hem nog niet kwijt wil. Ik hou zo ontzettend veel van deze man. Ik snap hem zo goed. Ik steun hem en ik help hem, maar mijn gevoel zegt iets anders: doe ik niets, dan blijft hij bij me. Als hij vraagt nieuwe kleren voor hem te kopen, ben ik blij want dan is hij er voorlopig dus nog? Als we een fijne dag hebben gehad met de hele familie bel ik ’s avonds nog even: ja, het was een heel fijne dag maar hij hoopt toch echt dat dit de laatste keer was dat hij die verjaardag vierde. Zodra hij ophangt, huil ik weer. Het voelt als constant afscheid nemen. Zijn kleinkinderen weten van zijn wens en steunen hem, hoe moeilijk dat ook is. Voor mijn zoon is opa een vaderfiguur. Hij belt opa regelmatig en dan is een uur niets.
Tijdenlang heb ik slecht geslapen. Hoe vind ik een middel dat hij makkelijk kan innemen en dat echt werkt? Mijn broer en ik hebben papa beloofd dat we echt 100% zorgen dat hij niet uit huis hoeft. Hij mag thuis doodgaan en we zullen ervoor knokken als het nodig is. Na weer een zinloos gesprek met de NVVE heb ik de coöperatie gebeld. Ik had een paar vragen en de volgende dag werd ik gebeld door een vrijwilliger. Wat een zeldzaam prettig gesprek. Ik had het gevoel dat er eindelijk iemand was die ons begreep. Ik ging naar een huiskamergesprek en ook dat voelde als een warm bad. Ik kon mijn verhaal doen en voelde me veilig en begrepen. Ook latere contacten waren uitermate prettig. Ik kreeg bevestiging van wat ik al wist en wat mijn vader wilde. Ik voel me niet meer alleen in mijn strijd.
Uiteindelijk heeft mijn vader met mijn advies een betrouwbaar laatstewilmiddel kunnen kopen. Als het zo ver is, brengen mijn broer en ik het middel samen. Papa wilde binnen twee maanden dood maar nu het concreet is, ziet hij er misschien van af. Het in bezit hebben geeft hem vooralsnog rust, net als het mijn broer en mij rust geeft. We hopen dat hij nu nog wat langer wil doorleven, maar de keuze is aan hem. We laten hem niet aftakelen, we laten hem niet uit huis plaatsen. Hij mag zelf de regie nemen. Ik slaap inmiddels een stuk beter, onze zoektocht is voorbij. We kunnen hem helpen zoals ik hem had beloofd.” 40 4