“Voor mij is er geen enkele discussie of je over je eigen levenseinde moet kunnen beslissen. Niet alleen mogen mensen van mij zelf de beslissing nemen om te sterven, ze moeten ook zelf het tijdstip kunnen bepalen. Daar is het laatstewilmiddel een onmisbaar hulpmiddel bij. Ik vind het jammer dat het poeder niet legaal verkrijgbaar is en zou willen dat ik mensen kende die het mij kunnen verstrekken. Ik ben gezond en heb het poeder niet op korte termijn nodig, maar het zou mij enorm veel rust geven als ik het middel in bezit heb.
Mijn moeder verbleef de laatste jaren van haar leven in een christelijk verzorgingshuis. Ik zag daar mensonwaardige toestanden: vervuiling en gebrek aan persoonlijke verzorging. Mijn moeder was bijna blind en doof, maar over euthanasie viel niet te praten met de verpleeghuisarts en directie. Ongelofelijk. Je moet een mens niet zo laten lijden. Bij mijn vader was het anders. Hij was 79 jaar en had bijna nooit een dokter gezien toen hij last kreeg van zuurstoftekort. Na onderzoek bleek dat hij een vorm van leukemie had. Twee jaar lang kreeg hij bloedtransfusies en op 81-jarige leeftijd zei hij: ‘Het is genoeg, ik ga stoppen’. Hij schreef een brief aan zijn vrouw en kinderen en vroeg om er geen dokter, ambulance of huisarts bij te halen. Hij stapte op eigen beslissing uit het leven.
Deze situatie van mijn ouders heeft mij beïnvloed in mijn denken over het levenseinde. Zowel de laatste jaren van mijn moeder en haar lijdensweg als de persoonlijke overtuigde keuze van mijn vader hebben mij sterk geraakt. De verontwaardiging over de situatie van mijn moeder aan de ene kant en het pragmatisme van mijn vader aan de andere kant hebben van mij een doener gemaakt. Ik wil het vooral allemaal zelf doen en ben sterk voor de autonome route. Zo sta ik in het leven en zo sta ik ook tegenover de dood. Als ik straks aan de beurt ben, komen mijn kinderen en dan neem ik zelf de beslissing.
De coöperatie is eindelijk een groep mensen die doorpakt en de zaken pragmatisch wil regelen. Bij de NVVE werd er veel gepraat en ging het vooral over politiek. Daarom heb ik mijn lidmaatschap opgezegd. Ik wil dingen geregeld hebben. Ik sta ook helemaal achter de strategie van de coöperatie: samen met een groep mensen het laatstewilpoeder inkopen, inclusief veiligheidswaarborgen tegen misbruik zoals beslotenheid en een kluis met vingerafdruk. Wel heb ik vragen over de betrouwbaarheid van zo’n middel. Doet het wat het moet doen op het moment dat dat nodig is? Daar hoor je wisselende geluiden over. Ik zou graag meer willen weten over concrete situaties waarin het middel is gebruikt en wat de ervaringen waren.
Het is van de zotte dat je op iedere straathoek alle soorten drugs kunt kopen, dat het internet overloopt van illegale middelen en dat een laatstewilpoeder wordt verboden. Ik vind het verwerpelijk dat het Openbaar Ministerie de coöperatie als criminele organisatie heeft weggezet. Je mag gerust vinden dat juridisch moet worden bewaakt dat er geen ongeoorloofde hulp bij zelfdoding plaatsvindt, maar je kunt ook meedenken in de vraag hoe het dan wel moet. Hoe kun je een en ander regelen binnen de grenzen van de wet? Ik vind dat de coöperatie de confrontatie met het OM moet aangaan. Als zij de deur niet openzetten, moet je uitproberen wat er gebeurt als een inkoopgroep het middel aanschaft en onder de leden verdeelt. Ik noem dat de ‘stoute route’ en dat past bij mijn persoon. We zien dan wel hoe ver we komen.”